Hondengedrag
 Waarvoor is hondengedrag?
 -    Communicatie- interactie tussen twee of meer levende individuen (dit
 kunnen mensen en/of dieren zijn).
 
 Waarom communicatie tussen honden?
 -    Rangorde bepaling
 -    Samenwerking
 -    Paring
 -    Etc.
 
 Rangorde wat is dat nu precies?
 -    Samenleving met een duidelijke hiërarchie
 -    Bestaat bij de gratie van onderwerping
 -    Rangorde wordt duidelijk door lichaamstaal
 
 Onderdanigheid, welke lichaamshouding?
 -    Oren lager als normaal
 -    Staart lager als normaal, echter niet tussen de benen m.u.v. enkele
 windhonden
 -    Lichaam wat achterover geheld
 -    Lichaam iets in elkaar gedoken, opkijkend naar de ranghogere
 
 Dominante lichaamshouding:
 -    Oren meer naar voren dan normaal
 -    Staart hoger dan normaal
 -    Lichaam naar voren geleund
 -    Lichaam groot en stram gehouden
 
 Onderdanige gedragingen tussen honden onderling:
 -    Lagere houding dan de ander
 -    Actieve onderwerping => de lagere likt de mondhoeken van de dominante
 hond en gaat dus actief naar de dominante hond toe
 -    Passieve onderwerping => de lagere gaat op de rug liggen voor de
 dominante hond en gaat er dus niet naar toe
 -    De uiterste vorm van onderwerping is op de rug liggen en van zich af plassen (indien de eigenaar door gaat met straffen, kan de hond niets anders als bijten!)
 Bij interacties tussen twee honden zie je normaal gesproken dat één hond onderdanig gedrag vertoont. Bij interacties tussen honden en mensen idem dito. In grote groepen honden zie je dat een hond naar hond a onderdanig is en naar hond b dominant
 
 
 Dominante gedragingen tussen honden onderling:
 Als de andere hond aangeeft dat hij onderdanig is, gaat de dominante hond dominant gedrag vertonen. Dominant gedrag staat los van agressie! Een echt dominante hond heeft zoveel uitdrukking in zijn lichaamstaal dat hij niet hoeft te vechten => dreigen is voldoende! Maar zelden is een hond zeker dominant. Zeker dominant houdt in dat de hond overtuigd is van zijn gelijk en absoluut geen stress-signalen of ambivalent gedrag vertoont. Een dominante hond op eigen terrein vecht wel als de ander niet weg gaat.
 
 Angstige houding:
 De hond is in elkaar gedoken, staart tussen zijn benen, bij grote angst tegen zijn buik aan. De hond zal vluchten indien mogelijk. Als dit niet mogelijk is, zal de hond
 angst agressie gaan vertonen. De ultieme vorm van angst is bevriezen, de hond durft zelfs niet meer te vluchten!
 
 Opwinding:
 Borstelen (het  overeind zetten van de haren op zijn rug en nek; een soort 'hanenkam')
 Dit is een teken van opwinding, hetgeen zowel opwinding uit angst als opwinding van agressie of zelfs opwinding over een spelletje. Helaas gillen veel mensen als ze
 dit zien “Pas op, hij is agressief!” Een vooroordeel dus.
 
 Agressieve houding:
 Fixeren (het indringend aanstaren) is een van de eerste kenmerken van agressie, veelal is dit voldoende om de andere hond op andere gedachten te brengen. Uiteraard vallen grommen en happen ook onder bijten. (Hoewel eigenaren dit vaak zien als 'niet echt bijten', is het toch bijten). Ook verstarren (het bevriezen in een bepaalde houding) is een duidelijke waarschuwing. Tot hier en niet verder!
 
 Een aantal vormen van agressie:
 Angstig agressie:     
 lage houding, tanden bloot, mondhoeken naar achteren. Indien de hond durft te bijten zal hij van achteren aanvallen of in het dichtbij zijnde lichaamsdeel. Hij houdt niet vast, hij bijt en laat los, bijt weer opnieuw totdat de dreiging in zijn ogen is verdwenen.
 
 Dominante agressie:    
 hoge houding, alleen de voortanden bloot de hond valt van voren aan en houdt vast. Hoe dominanter de hond hoe hoger hij bijt . De nek is altijd de plek waar hij voor gaat.
 
 Territoriale agressie:    
 De indringer moet koste wat het kost van zijn terrein af.
 Als de indringer zich overgeeft is dit niet voldoende, hij moet gewoon weg. Kan de indringer niet vluchten, dan zijn gevechten op leven en dood geen uitzondering.
 Meestal verliest de indringer!
 
 Bezit agressie:    
 een conflict over het eigendomsrecht van een speeltje, eten of andere zaken die de hond als zijn bezit ziet. Vaak zie je hiermee de dominante hond zijn positie duidelijk maken Hij laat nonchalant een speeltje vallen kijkt er oogschijnlijk niet meer naar om maar o wee als een van de roedelgenoten
 het speeltje wil pakken dan vliegt hij er dreigend op af.
 
 Prooi agressie:    
 Moet je het agressie noemen? Wij zijn toch ook niet 'agressief' als wij ons boterhammetje smeren. Prooi agressie zie je bij honden die bijvoorbeeld katten doden (en opeten). Een kat, konijn, hamster, vogel etc zijn prooien voor sommige honden. Najagen en dood schudden zijn gedragingen die hier onder vallen.
 
 Stress signalen:
 Trillen, hijgen, niezen, poot heffen, bek aflikken, lage kwispel
 
 Oversprong gedrag:
 De hond zit in een conflict situatie, “zal ik nu komen of verder spelen”.
 Dit uit zich in:
 Krabben op de grond, snuffelen, vacht uitschudden, achter het oor krabben, rollen. Mensen doen dit ook. Als je iemand iets moeilijks vraagt zegt hij 'eh'…en krabt achter zijn oor.
 
 Ambivalent gedrag:
 Ook een conflict situatie. De hond is van voren dominant (oren hoog) en van achteren onderdanig (staart laag) of andersom. Hij weet het niet, kan kennelijk niet inschatten of de andere hond dominanter of onderdaniger is.
 
 Wanneer zie je stress bij een hond?
 Gezonde stress; slechte stress?
 
 Stress komt in velerlei situaties voor en hoeft niet altijd slecht te zijn. In elke leersituatie komt  stress voor. Denk aan situaties als: wat bedoelt de baas toch? Als ik half ga liggen krijg ik dan ook een brokje? Kom op nou met die brokken, ik zit al hoor! (Als je nog geen 'zit' hebt gezegd, komt vooral in de aanleerfase voor)  Ik volg al heel goed en gisteren kreeg ik hier ook een brokje voor, waar blijft het nu…nog maar beter proberen…hé daar is het brokje! Wat bedoelt de baas nou? Hij zegt zit, maar gebaart af? Zou die het zelf nog begrijpen?
 
 Stress zie je ook in situaties waarin de hond geen controle meer heeft op zijn omgeving. Iemand benadert de hond, de hond vindt het eng en wil vluchten, maar zit vast aan de riem. Eerst ziet men stress bij verdere druk op de hond angst-agressie. De fase van stress naar agressie kan in een seconde gaan! En veelal herkent men de stress-signalen niet. Stress-signalen zie je ook vaak in de wachtkamer bij de dierenarts, de hond heeft geleerd dat ie er weinig goeds kan verwachten.
 
 Gedrag is altijd plaats gebonden:
 Stel je hebt je hond geleerd elke keer als hij naar binnen gaat, dat hij moet staan om zijn poten af te vegen. Dat weet hij precies. Bij het commando 'staan' doet hij het. Echter op de hondenschool wou je laten zie dat hij het commando 'staan' al heel goed kon en toen deed hij het niet (de rot hond!)
 Pesterijtje van je hond? Nee hoor, hij heeft geleerd: als je door de buitendeur komt en de baas zegt 'staan', dan moet je in die houding gaan staan. Maar op de hondenschool was helemaal geen buitendeur. In de ogen van de hond klopt het niet, die buitendeur hoort bij het commando. Als je nu het staan in veel situaties oefent, dan leert de hond dat die buitendeur er niet mee te maken heeft. Staan is gewoon staan, waar dan ook.
 Blaffen bij de deurbel doet de hond niet als er geen deurbel is. Bovendien in een nieuwe situatie heeft de hond meestal een stuk minder praatjes. Hou je die praatjes onder de duim, dan ontstaat er meestal ook geen ongewenst gedrag.
 
 Waarom is herplaatsing soms een oplossing voor probleem gedrag:
 Bij twee vechtende huishonden is het makkelijk voor te stellen dat het gedrag ophoudt als ze niet meer samen zijn. Maar ook in andere gevallen kan herplaatsing zinvol zijn. Een hond die bang is voor mannen kan prima bij een alleenstaande vrouw functioneren. Een waakse hond, die alle bezoekers aankondigt is op een flat en ramp maar op een boerderij een zegen. Een hond die achter schapen aan gaat, kan niet als erfhond op de boerderij lopen maar wel in de stad aan de lijn. Een hond die agressief is in huis, kan bij de volgende baas wel veel minder te vertellen hebben. Een wegloper kan bij een ouder echtpaar, waar niet zo vaak de deur open blijft staan dan bij een gezin met jonge kinderen, prima leven. Zo zijn er nog vele voorbeelden te bedenken.
 
 Gedrag dicht bij huis anders dan op neutraal terrein:
 Zie territoriale agressie.
 
 Gedrag en leeftijd van pup tot oude hond
 
 Wat kan de hond?
 
 Leeftijd 0-2 wkn pasgeboren:    slapen en drinken; kan niet zelfstandig ontlasten
 
 Leeftijd 2-3 wkn    overgang:    zintuigen beginnen te werken
 
 Leeftijd 3-5 wkn    socialisatie:    reageren op harde geluiden, kan vast voedsel eten, verlaat het nest om te ontlasten
 
 Leeftijd 5-8 wkn socialisatie:    begin van het spenen, rangorde spelletjes in het nest
 
 Leeftijd 8-12 wkn    socialisatie:    begin van onafhankelijk onderzoeken, begin van het vaststellen van de positie binnen de (nieuwe) roedel
 
 Leeftijd 3-6 mnd    jonge hond:    ver weg onderzoeken, knagen is belangrijk
 
 Leeftijd 6-18 mnd    puberteit:    onafhankelijker, seksueel volwassen, begin van begin van territoriaal gedrag
 
 Leeftijd 6 -8 jr  oudere hond:  hond wordt stijver, zintuigen worden slechter, hond kan dement worden
 
 Gedrag naar leeftijd:
 
 Leeftijd 5-8 wkn     de hond ziet geen gevaar, duikelt zo de vijver in en schrikt er amper van.
 Naar mate de hond ouder wordt, wordt hij angstiger (om te over leven).
 De hond is erg speels, probeert om te klimmen op de rangorde ladder, hij blijft nog dicht bij het nest, bij de eigenaar in een vreemde omgeving (ideaal om het los volgen te leren). De hond kan al van alles leren
 
 Leeftijd 8-12 wkn    fanatiekere rangorde spelletjes, de hond durft verder weg bij nest / eigenaar, hij wordt voorzichtiger in het onderzoeken. Een ideale leeftijd om de hond op te voeden, hij heeft nu al duidelijke grenzen nodig.
 
 Leeftijd 3-6 mnd    wisselen van de tanden veroorzaakt knaag- en
 sloopneigingen.
 De hond heeft veel energie, maar mag toch maar 10 minuten per mnd dat ie oud is lopen (per uitlaat beurt).
         
 Leeftijd 6-18 mnd    de hond is eigenwijs, lijkt de helft van de training vergeten te zijn. De reuen gaan hun poot op tillen, teven worden gewoonlijk loops in deze periode.
 De honden gaan hun territorium beschermen (blaffen/bijten?) ze gaan markeren (soms zelfs in huis), kunnen onverdraagzaam worden voor seksegenoten
 
 Leeftijd 1 ½ -6 jr    indien de hond goed begeleidt en opgevoed is het nu een fijne evenwichtige hond
 
 Leeftijd 6 a 8 jr    de hond kan brommerig worden door ouderdomspijntjes, schrikkerig door slechter functioneren van de zintuigen, verward raken door dementie.
 Dementie uit zich door: verward gedrag, onzindelijkheid, niet meer alleen kunnen zijn, slopen, vernielen, janken, de voerbak niet meer kunnen vinden, bij de scharnieren de deur door willen etc.Natuurlijk komen niet al deze symptomen tegelijk voor!
 
 Slechte socialisatie:
 Helaas worden er nog steeds vele honden in een schuur geboren. Dit heeft een
 grote invloed op de pups. De honden worden vaak door 1 iemand verzorgd en zijn vaak bang voor alle andere mensen! Ook zijn ze vaak niet gewend aan dagelijkse geluiden zoals de deurbel, stofzuiger etc. Die angst kan zo extreem zijn dat de hond te bang is om te vluchten. Dit is een probleem dat nooit meer 100% goed komt! Stelt u zich dit eens even voor dat u overal bang voor bent, dat is toch geen leven meer. Dat is een martelgang!
 
 Gedrag en hormonen:
 Loopse teven, volwassen worden van een reu, effect van castratie van teef en reu, (schijn) zwangerschap.
 Als een teef loops wordt, verandert het gedrag ook. Ze worden wat dominanter. Sommige teven zijn echt narrig als ze loops zijn. Vaak zijn ze op de vruchtbare dagen erg onrustig en willen er uit om een reu te zoeken. Ze zijn vaak speels en proberen zelfs gecastreerde reuen over te halen tot dekking. Echter niet elke teef is hetzelfde.
 Bij schijn zwangerschap zie je in eerst instantie dezelfde verschijnselen als bij drachtige teven, namelijk lomer worden, soms slechte eetlust, soms extreme eetlust, nest maken.
 Bij dracht mondt dit uit tot het werpen van pups, bij schijndracht tot het verzamelen van neppups waar de teef mee loopt te slepen. Deze kan ze ook gaan verdedigen. Naast dit gedrag heb je nog tal van lichamelijke verschijnselen.
 Het volwassen worden van een reu, trotse eigenaren vertellen “hij tilt zijn poot op, stoer hè” en die 3 maanden later zuchten “ik wou dat hij het niet deed”. Vaak gaan reuen, soms ook teven die volwassen zijn, markeren. Op allerlei verticale voorwerpen (soms zelfs mensen benen) zetten ze hun vlag uit. Hoe dominanter de hond, hoe vaker hij piest. Bij een roedel plassen honden soms met zijn allen wel 4 keer tegen dezelfde grasspriet aan. Waarom? Wie het laatst plast heeft gewonnen! Soms krabben ze er ook met hun achterpoten bij, niet om het te verbergen maar om het extra te laten zien.
 
 Castratie bij reuen; de hond wordt er over het algemeen wat rustiger door, heeft minder aanvaring met andere reuen, minder fanatiek met bezit- en territoriale agressie, tilt minder vaak zijn poot op. Dit alles simpel weg door een verlaging in het testerongehalte van het bloed. Het 'hanige' gedrag gaat er in meer of in mindere mate uit. Het is mogelijk het effect van een castratie enigszins in te schatten door hem een keer chemisch te castreren (een injectie met Tardac), echter dit geeft niet 100% dezelfde reactie als een castratie.
 Castratie kan invloed hebben op de vacht van de hond en uiteraard kunt u uw hond niet meer showen.
 
 Bij teven heet het officieel ook castratie i.p.v. sterilisatie. Dit kan op verschillende manieren. Meestal worden de eierstokken verwijderd, soms met de baarmoeder er bij. Men kan ook zeggen “ik laat de eierstokken zitten (meestal; eentje) maar haal de baarmoeder weg'. Ook dit zorgt er voor dat de teef geen pups meer kan krijgen, echter ze vertoont wel hetzelfde gedrag als een niet gecastreerde teef en wordt ook gewoon loops! Dit wordt vaak gedaan in gevallen waarin de alpha teef in de roedel gecastreerd moet worden. Zo houdt zij toch haar leidinggevende positie, een positie die zij bij een gewone castratie waarschijnlijk niet meer kan handhaven.
 Een (normaal) gecastreerde teef  die onderdanig is, wordt meestal nog onderdaniger en een dominante teef vaak nog dominanter. Dit is niet altijd zo. De wisselende humeuren rond de loopsheid zijn dan weg, de teef wordt gelijkmatiger van karakter. Al met al is het bij een teef moeilijk te voorspellen wat het gedrag wordt na de castratie.
 Bij grote zware rassen kan castratie onzindelijkheid veroorzaken (dit is met hormoontabletten weer op te lossen).
 
 Gedrag en zintuigen; hoe belangrijk zijn de zintuigen van de hond, welke gebruikt hij het meest.
 
 Natuurlijk gebruikt de hond van zijn zintuigen zijn neus het meest. Zonder dit zintuig kun je je afvragen of het leven van de hond nog leuk is.
 
 Zijn ogen doet de hond veel minder mee dan wij. Hij kan minder kleuren zien en ziet stilstaande dingen slecht. Echter bewegende dingen ziet hij veel beter. Ook heeft hij minder licht nodig op te zien. In het donker ziet ook de hond niets! Een blinde hond kan prima functioneren met een beetje aanpassing. Een slechtziende hond is ook bijna niet te onderscheiden van een goedziende hond. Als het zicht echt slecht wordt, kan hij wel schrikkerig worden voor dingen die onverwachts langs komen. En uit schrik kan hij bijten.
 
 Zijn gehoor is vele malen beter dan dat van ons. Eigenlijk staan al die schreeuwende bazen voor gek! De hond hoort je ook als je fluistert. Bij het niet opvolgen van een commando, snapt hij je niet of hij wil je niet horen, maar daar helpt schreeuwen niet tegen. Een dove of slecht horende hond kan ook schrikken van een onverwachte aai.
 
 Gevoel; stel dat door een ongeval de zenuwen in en poot beschadigd zijn, dan loopt zo'n hond het risico een wond te hebben zonder dat hij en de baas het merken.
 De hond heeft zijn snorharen om te voelen in het donker.
 
 Smaak; dit lijken honden soms niet te bezitten. Er zijn honden die zonder problemen een sambal potje uitlikken. Honden eten alles ook hap slik weg op. Zonder echt te proeven. Vandaar dat honden ook meer risico lopen op vergiftiging als katten. Die besnuffelen eerst het eten en als het niet lekker ruikt dat eten ze het niet!
 
 Gedrag en ziekte; epilepsie, hersentumoren, hersenvliesontsteking, ontstoken ogen, -oren etc.
 Door allerlei hersenziektes kan de hond anders gaan reageren. Maar ook door iets simpels als een ontstoken oor kan de hond een totaal ander gedrag gaan vertonen. Door de pijn kan hij humeurig worden en zelfs bijten als men hem wil aaien.
 
 Gedragsmedicatie; clomicalm, selgian, valium etc. Wanneer gebruiken hoe werkt het:
 
 Valium tabletjes kent iedereen wel als de vuurwerktabletten van de dierenarts. Die geef je de hond en hij ligt een x aantal uren voor pampus. Het nadeel van deze tabletten is dat de hond er niets van leert!
 
 Clomicalm en selgian zijn tabletten die een prozac-achtige werking hebben . Het gedrag verandert er wezenlijk door. Het leer vermogen van de hond wordt beter. Dit kan gebruikt worden in situaties als angst, niet alleen kunnen zijn, dementie en zelfs bij een slechte socialisatie kan het een positief effect hebben. Deze middelen werken in op de hersenen en zorgen simpel gezegd voor een betere prikkelgeleiding in de hersenen. Het heeft geen zin om deze middelen bij de dierenarts te halen, zonder goede begeleiding van de hond en de baas door bijvoorkeur een gedragstherapeut. Een gedragstherapeut kan u vertellen of deze middelen in het geval van uw hond zinvol zijn.
 
 Verveling:
 Honden kunnen uit verveling onzindelijk worden, vernielen, gaan huilen of ander kattenkwaad uithalen. Ze kunnen zelfs zichzelf verwonden tot bloedens toe! Sommige rassen vervelen zich sneller dan andere. De border collie is extreem gevoelig voor verveling.
 
 Gedrag en ras; waar is het ras voor gefokt welke eigenschappen had hij nodig.
 Veel mensen vergeten als ze een hond aanschaffen waar hij voor gefokt is, dat elk ras zijn eigen kenmerken heeft qua uiterlijk maar ook qua gedrag. Mensen die een kleine terriër nemen omdat zo'n klein ding veel makkelijker is dan een grote, komen vaak bedrogen uit.  Kun je het een border collie kwalijk nemen dat ie kinderen gaat drijven bij gebrek aan schapen. Hij MOET drijven. Een terriër MOET moedig en onverschrokken zijn, ze zijn gefokt om ongedierte te bestrijden. Een bouvier is gefokt als waak- en verdedigingshond. Kun je het zo'n hond kwalijk nemen als hij iemand grijpt die onverwachts binnen komt? Kun je het een husky kwalijk nemen als hij aan de riem trekt? Zo zijn er legio voorbeelden van gedrag die typisch zijn voor dat ras of die rasgroep. Daarnaast zijn er nog individuele verschillen. Een herder die gefokt is als huis-tuin -en keukenhond reageert anders als een ipo herder. De laatste is zonder goede begeleiding sneller gevaarlijk. Hij is moediger, durft dus eerder te bijten en in situaties waarin goed leiderschap van de baas ontbreekt, neemt de hond zonder pardon de leiding op zich.
 
 Gedrag en erfelijkheid; angstige moeder of vader wel of niet mee fokken
 Gedrag is voor een deel erfelijk en voor een deel aangeleerd. Er zit echter altijd een erfelijk deel bij! Een pup erft in principe even veel qua gedrag van de moeder als van de vader. Maar omdat de pup het eerste deel van zijn leven bij zijn moeder is leert hij van haar gedrag.
 Zo kun je stellen dat het gedrag van de moeder meer bepalend is als dat van de vader. Bij sommige eigenschappen is het zo dat deze sterk vererven. Dat houdt in dat als vader of moeder deze eigenschap heeft, dit bij de pup altijd weer naar voren komt. Angst is zo'n eigenschap. Heb je een angstige vader en een niet angstige moeder dan zou je op grond van de erfelijkheid zeggen dat de pups 50% angstig zijn. Helaas is in praktijk gebleken dat dit niet zo werkt! Deze angst vererft tussen de 80- 90 % ! Dus bijna alle pups zijn angstig. Vandaar dat het niet verstandig is om een angstige moeder of vader uit te zoeken.
 
 
 Gedrag als reactie op de omgeving of op een inwendig signaal:
 Gedrag is altijd een reactie op iets. Dat kan een reactie zijn op een andere hond, een mens maar ook op een inwendig iets. Denk aan de maag die leeg is …..de hond gaat op zoek naar eten. De zintuigen van de hond geven aan dat het koud is……de hond staat op een loopt naar de kachel om daar te liggen. Een reu gaat tot dekking over als hij ruikt dat de teef loops is. De hond gaat zitten als de baas het commando 'zit' geeft etc.
 
 Goed leiderschap; wat heb je er voor nodig:
 Een goede leider is niet wraakzuchtig, is zelfverzekerd, vergeeft snel, is eerlijk, slim en sterk. Een  dier zonder deze eigenschappen wordt door de roedel niet als leider geaccepteerd! Leiderschap kun je niet afdwingen met geweld, wel met manipuleren. Manipuleren heeft vaak een negatieve klank, maar is niet anders als een ander sturen. Dit kun je gebruiken voor eigen belang, maar ook voor algemeen belang. Een alpha teef zorgt ervoor dat de 2e  teef in de roedel niet gedekt kan worden. Dit is algemeen belang. Deze pups zijn van een teef die op dit moment niet kan tippen aan de alpha teef, dus op dit moment zijn de pups van de alpha van betere kwaliteit. Bovendien blijft er zo meer eten over voor de andere honden en dus de pups van de alpha teef.
 
 Bij gebrek aan goed leiderschap zelf de leiding overnemen:
 Er moet bij honden een leider zijn. Is de baas het niet, dan neemt de hond de taak over. Vaak onwillig maar uit gebrek aan goede leiding moet hij wel. Veelal is hij er niet geschikt voor en dit geeft allerlei problemen en in elk geval veel stress! Een hond die de baas in huis is, heeft vanuit de hond gezien het RECHT om te corrigeren, door dreigen maar ook door bijten.  Hoe zie je nu of de hond de baas is? Vaak krijgen deze honden alles op hun wenken aangereikt. Ze liggen op de beste plekken en zijn buitengewoon humeurig als iets ze niet zint. De andere honden zijn onderdanig aan ze. Een commando volgen ze niet op, de eigenaar is lucht voor ze.
 
 Opbouw van een roedel:
 In een roedel heb je vaak een alpha teef en -reu. Deze zijn samen de baas. Als het er op aan komt is de alpha teef de echte leider, de alpha reu sluit zich bij haar aan om ook hoog in de rangorde te komen. Daaronder zit nummer 3 tot en met de laatste.
 De pups hebben een wat aparte status, die min of meer gelijk is aan de status van de moeder. Wie een pup van de alpha teef corrigeert kan problemen met haar krijgen.
 In het wild is het zo dat de pups van de alpha teef de beste overlevingskansen hebben. Vaak zijn er weinig ander pups, omdat de lager in rang levende teven belet wordt om te paren. Jonge reuen komen er al helemaal niet aan te pas. In een uitzonderingsgeval heeft zo'n jonge hond de voorkeur van een dominantere teef en stijgt zo op de rangorde ladder. Elke keer als er honden bij komen of afvallen wordt de rangorde weer bepaald. De rangorde kan ook plaats gebonden zijn. Binnen anders dan buiten bijvoorbeeld!