Net zoals bij mensen weerspiegelt de vacht van de hond zijn gezondheid. Een goede vachtverzorging is daarom van belang. Het uitgebreide assortiment Adori kammen, borstels en scharen biedt voor iedere hond en ieder baasje wat wils.
De ene vacht is de andere niet. Een Dobermann heeft een heel ander vel dan een Newfoundlander met zijn dikke vacht. Daarom hieronder een indeling in vachttypen en hoe je de verschillende vachten het beste kunt verzorgen. Zo voorkom je dat er schilfers ontstaan en er een doffe waas over de vacht komt. Een gezonde vacht is glanzend en sterk!
Wol haar: Deze vacht bestaat alleen uit een ondervacht, die in de praktijk krulhaar wordt genoemd (zo heet de vacht van poedels). Deze is altijd gekruld en vergt veel borstelen om niet in de klit te raken. Deze borstel je met een slickerborstel en kam (geschikt voor poedel/ bichon frisé).
Zijde haar: deze vacht behandel je met een slickerborstel, en daarna met een kam om klitten te checken. Een haren borstel gebruik je vooral om talg te verdelen. Mooi voor de glans, maar klitten haal je er niet mee weg. Wel kun je de pennenborstel gebruiken. Zijde haren kom je bijvoorbeeld tegen bij Maltezers en Yorkshire terriërs.
Stock haar: Eén keer per week doorborstelen met een borstel met rechte pennen of een grove kam is voldoende. Je kunt ook de roskam gebruiken: dit is een soort grove kam. Je komt deze vacht tegen bij herders en keeshonden (lang), en de Labrador en Rotweiller (kort). Voor de korte vachten kun je ook de shedder en de ontviltkam gebruiken.
Ruw haar: Deze vachten pluk je. Is het haar ‘rijp’, dan pak je de dode haren tussen duim en wijsvinger, en trek je het in de groeirichting weg. Doe je het niet met de hand, dan kan het ook met een trimmes; het haar wordt niet gesneden, maar echt geplukt.
(Middel) langhaar: Ontwar eerst klitten en knopen voorzichtig met de slickerborstel. Dan met die zelfde borstel doorkamen: voel je geen weerstand meer, dan is de vacht vrij van klitten en los. Met de kam loop je alles na. Vergeet vooral de staart en poten niet. Eventuele lange plukken aan de voetjes kun je wegknippen: daarin blijft altijd veel vuil achter. Deze vacht kom je bijvoorbeeld tegen bij de Bearded Collie.
Kort haar: de gladde vacht heeft weinig verzorging nodig. Eén á twee keer borstelen per week is prima. Dat kan met een rubber- of harenborstel. Werk tegen de haarrichting in, om vuil en dode haren te verwijderen. Dan naborstelen met de haarrichting mee. Korthaar vacht kom je bijvoorbeeld tegen bij Chihuahua’s, Dalmatiers en Jack Russells.
Ook bij kruisingen kun je aan de haar structuur zien hoe deze behandeld moet worden.
Raadpleeg een trimsalon als u twijfelt aan de vacht of er geen weg mee kan zij helpen u graag.
De ene vacht is de andere niet. Een Dobermann heeft een heel ander vel dan een Newfoundlander met zijn dikke vacht. Daarom hieronder een indeling in vachttypen en hoe je de verschillende vachten het beste kunt verzorgen. Zo voorkom je dat er schilfers ontstaan en er een doffe waas over de vacht komt. Een gezonde vacht is glanzend en sterk!
Wol haar: Deze vacht bestaat alleen uit een ondervacht, die in de praktijk krulhaar wordt genoemd (zo heet de vacht van poedels). Deze is altijd gekruld en vergt veel borstelen om niet in de klit te raken. Deze borstel je met een slickerborstel en kam (geschikt voor poedel/ bichon frisé).
Zijde haar: deze vacht behandel je met een slickerborstel, en daarna met een kam om klitten te checken. Een haren borstel gebruik je vooral om talg te verdelen. Mooi voor de glans, maar klitten haal je er niet mee weg. Wel kun je de pennenborstel gebruiken. Zijde haren kom je bijvoorbeeld tegen bij Maltezers en Yorkshire terriërs.
Stock haar: Eén keer per week doorborstelen met een borstel met rechte pennen of een grove kam is voldoende. Je kunt ook de roskam gebruiken: dit is een soort grove kam. Je komt deze vacht tegen bij herders en keeshonden (lang), en de Labrador en Rotweiller (kort). Voor de korte vachten kun je ook de shedder en de ontviltkam gebruiken.
Ruw haar: Deze vachten pluk je. Is het haar ‘rijp’, dan pak je de dode haren tussen duim en wijsvinger, en trek je het in de groeirichting weg. Doe je het niet met de hand, dan kan het ook met een trimmes; het haar wordt niet gesneden, maar echt geplukt.
(Middel) langhaar: Ontwar eerst klitten en knopen voorzichtig met de slickerborstel. Dan met die zelfde borstel doorkamen: voel je geen weerstand meer, dan is de vacht vrij van klitten en los. Met de kam loop je alles na. Vergeet vooral de staart en poten niet. Eventuele lange plukken aan de voetjes kun je wegknippen: daarin blijft altijd veel vuil achter. Deze vacht kom je bijvoorbeeld tegen bij de Bearded Collie.
Kort haar: de gladde vacht heeft weinig verzorging nodig. Eén á twee keer borstelen per week is prima. Dat kan met een rubber- of harenborstel. Werk tegen de haarrichting in, om vuil en dode haren te verwijderen. Dan naborstelen met de haarrichting mee. Korthaar vacht kom je bijvoorbeeld tegen bij Chihuahua’s, Dalmatiers en Jack Russells.
Ook bij kruisingen kun je aan de haar structuur zien hoe deze behandeld moet worden.
Raadpleeg een trimsalon als u twijfelt aan de vacht of er geen weg mee kan zij helpen u graag.